Mogelijk ben je de term gentle parenting al eens tegengekomen. Deze term is bekend geworden door een bestseller van opvoedexpert Sarah Ockwell-Smith en draait om empathie, begrip, grenzen stellen en respect. Je vraagt je waarschijnlijk af hoe dit verschilt van de gangbare Nederlandse opvoeding, en of het nuttig is om aspecten hiervan over te nemen. In dit artikel leggen we uit wat deze opvoedstijl inhoudt en welke voor- en nadelen het heeft.
Wat is gentle parenting?
Volgens Sarah is gentle parenting géén specifieke methode maar eerder een verandering in je mindset over opvoeding. De mindset van gentle parenting houdt in dat je in alle opvoedsituaties empathie toont voor je kind, redenen voor zijn/haar gedrag probeert te achterhalen en samenwerkt om gedrag positief te veranderen. Wanneer je dit vergelijkt met een traditionele, autoritaire opvoedstijl zie je dat er meer aandacht is voor een ouder-kindrelatie die gebaseerd is op de eigen wil en keuzes van je kind in plaats van de eisen en regels van de ouder.
De ouder probeert het kind te leren wat goed is door een positieve en geduldige benadering, in plaats van straf geven of bang maken. Het einddoel van gentle parenting is een sterke ouder-kindrelatie gebaseerd op vertrouwen, groei en veiligheid.
Wat zijn de 4 hoofdkenmerken?
Sarah beschrijft in haar boek 4 hoofdkenmerken van gentle parenting die we hieronder uitwerken:
Empathie
Empathie houdt in deze context in dat je je tijdens de opvoeding voortdurend bewust bent van de gevoelens en behoeftes van je kind. Moeilijk gedrag wordt vaak veroorzaakt doordat je je kind verkeerd begrijpt. In plaats van het gedrag van je kind af te doen als ‘stout’ of ‘ondeugend’ ga je op zoek naar de oorzaak van het gedrag. Wanneer je de oorzaak van moeilijk gedrag kent kan je dit gedrag in de toekomst gemakkelijker voorkomen.
Begrip
Bij gentle parenting moeten ouders in gedachten houden dat hun kind nog niet volledig ontwikkeld is en geen volledige controle heeft over zijn/haar gedrag. Ouders moeten hier hun verwachtingen over ‘goed’ en ‘slecht’ gedrag aan aanpassen, bijvoorbeeld wanneer een kind een woedeaanval heeft.
Dit begrip houdt ook in dat een ouder zijn/haar eigen gedrag probeert te begrijpen. Wanneer je de neiging hebt agressief op je kind te reageren, bijvoorbeeld door te schreeuwen, ga je op zoek naar de oorzaak hiervan zodat je je gedrag kan aanpassen. Dit is nodig om een goed rolmodel voor je kinderen te kunnen zijn. Bedenk steeds: komt mijn gedrag overeen met wat ik mijn kind graag wil leren?
Wil je graag tegen je kind schreeuwen wanneer hij/zij ‘slecht’ gedrag laat zien en je kind dus leren dat schreeuwen de manier is om met dergelijke situaties om te gaan? Of wil je graag dat je kind kalm blijft en de situatie rustig oplost?
Grenzen stellen
Gentle parenting is niet hetzelfde als toegeeflijk ouderschap waarin je geen grenzen stelt en je kinderen alles mogen. Grenzen spelen juist een cruciale rol, echter niet in de vorm van een lange lijst regels waaraan je kind zich moeten houden. Grenzen zijn eerder een set familieregels waar je als opvoeders samen over beslist. Probeer hierin een balans te vinden: niet te veel én niet te weinig en aangepast aan wat je realistisch van je kind kan verwachten.
Vanaf ongeveer 3 á 5 jaar kan je de grenzen met je kind bespreken. Het is belangrijk om de grenzen altijd te handhaven en hierin consistent te zijn, ook tussen verschillende opvoeders. Wanneer het je niet lukt om de grenzen consistent te handhaven heb je er waarschijnlijk te veel gesteld of heb je grenzen gesteld die je eigenlijk niet zo belangrijk vindt.
Respect
Het laatste kenmerk is het respecteren van je kind als een volwaardig individu. Ouders voelen vaak de behoefte om regels en eisen te stellen aan hun kind en deze te vertellen wat wel en niet te doen. Gentle parenting gaat er echter vanuit dat ouders respect van hun kinderen zullen verdienen door de gevoelens en het karakter van hun kind te respecteren.
Zijn er nadelen van gentle parenting?
Zoals altijd moet je waken want nadelen van gentle parenting liggen op de loer. Het is belangrijk om niet te verzanden in grenzeloosheid. In een poging zachtaardig te zijn voor je kind kan je het gevoel hebben niet zachtaardig genoeg te zijn bij elk teken van angst of verdriet bij je kind. Het is echter belangrijk om grenzen te stellen en dit leidt nu eenmaal soms tot confrontaties en tranen.
Daarnaast zal je misschien merken dat jouw gevoelens als kind niet altijd serieus genomen werden of dat je zelf geen goed rolmodel gehad hebt. Je merkt bijvoorbeeld dat jij tegen je kind schreeuwt omdat dat is wat je bij je ouders hebt gezien. Het kan moeilijk zijn om deze gevoelens een plaats te geven. Als laatste is het belangrijk om je eigen behoeftes niet uit het oog te verliezen. Zachtaardigheid omvat niet enkel je kind maar ook jijzelf als ouder. Je kan immers alleen optimaal opvoeden wanneer aan jouw eigen behoeftes voldaan zijn.
Verschilt dit van de Nederlandse opvoedstijl?
Gentle parenting heeft veel overeenkomsten met de autoritatieve opvoedstijl, de opvoedstijl die volgens veel wetenschappelijke artikelen de gelukkigste kinderen oplevert. In deze opvoedstijl worden kinderen opgevoed met veel warmte & aandacht voor hun behoeftes en worden tegelijkertijd redelijke verwachtingen & grenzen gesteld. Deze stijl is in Westerse culturen het meest gebruikelijk.
De kans is groot dat je van nature al grotendeels op deze wijze opvoedt! Vooral in traditionele culturen wordt vaak op een autoritaire wijze opgevoed waarin minder ruimte is voor behoeftes van het kind en regels strakker worden nageleefd. Wil je meer lezen over Gentle Parenting? Bekijk dan zeker eens dit Engelstalige boek van opvoed-expert Sarah Ockwell-Smith.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Als je de 4 hoofdkenmerken van gentle parenting leest klinkt het waarschijnlijk wat abstract. Met een voorbeeld zullen we deze verduidelijken. Dit voorbeeld staat in het Engels op de website van Sarah, wij hebben het voor jou naar het Nederlands vertaald:
Scenario 1
(schreeuwt) “Stop hiermee!! Hoe DURF je een ander kind te slaan, wat heb ik je verteld?” “Kom nu hier, sta hier 5 minuten en denk na over wat je hebt gedaan, stoute jongen”….. (kind wordt uiteindelijk stil) ….”Ik heb je verteld niet te slaan, waarom luister je nooit? Stop met huilen – waarom huil je? Jij was degene die sloeg, het wat je eigen fout! Als ik je niet kan vertrouwen gaan we niet meer naar het park.”
In dit scenario worden de grenzen nageleefd maar gebeurt dit op een autoritaire manier en wordt de achterliggende reden voor het slaan genegeerd. Omdat de oorzaak van het gedrag niet wordt onderzocht zal het straffen minder effectief zijn. Het kind wordt niet geholpen om met het verdriet om te gaan en wordt gestraft door isolement van de opvoeder – en vervolgens verder gestraft door niet terug naar het park te mogen.
Scenario 2
(met luide stem) “STOP! Ik laat je niet slaan!” (haal je kind zo snel mogelijk weg)…. (nadat je kind verplaatst is) “Weet je nog, we slaan niet – dat doet mensen pijn!” …. (kind huilt) …. (let op de reacties van je kind en houdt de afstand aan die je kind fijn vindt) … “Als je graag wil dat ik je help kalmeren, ik ben hier”… (wanneer je kind is gekalmeerd) “Weet je nog dat we een boek hebben gelezen over niet slaan? Waarom slaan we niet?” … “Wat kan je doen, in plaats van slaan, als je boos bent?”
In dit scenario wordt de grens nageleefd op een manier die rekening houdt met het kind en het feit dat er altijd een reden is voor moeilijk gedrag. De ouder probeert het kind te leren hoe zich beter te gedragen en biedt support wanneer het kind verdriet heeft. Het naleven van de grens kan op dit moment niet zonder tranen.
Dat je kind verdriet heeft is niet erg – het draait om wat jij als ouder doet wanneer je kind huilt. Het is belangrijk om kalm te blijven, consistent te zijn, met elkaar in contact te blijven en wanneer iedereen kalm is en in staat om te luisteren uit te leggen waarom deze grens belangrijk is én wat wel gepast gedrag is.