De meeste kinderen beginnen met brabbelen rond hun eerste verjaardag, na de tweede verjaardag gaat het sneller en kennen ze al meer dan 50 woorden. Rond hun derde worden er al twee-woordzinnen en soms zelfs al drie-woordzinnen gesproken. Hoewel ze zelf nog niet alles kunnen benoemen, begrijpen ze al heel veel van wat jij zegt. In dit artikel nemen we je mee door het verloop van de ontwikkeling van de woordenschat bij een kind.
Wat is woordenschat?
Woordenschat zijn alle woorden die je kent en de kennis die je hierover hebt. Hoe beter de ontwikkeling van de woordenschat, des te beter je een taal beheerst en kunt communiceren. Zo weet je dat een bank iets is waar je op kunt zitten, maar dat je er ook naar toe kunt gaan om je geldzaken te regelen. Je weet dat regen een vorm is van neerslag, dat het nat aanvoelt, hoe het ontstaat en welke woorden er mee te maken hebben. Denk aan wolk, laarzen, een paraplu, motregen en stortregenen. Je weet ook hoe het voelt om door de regen te fietsen en hoe het ruikt na een zomerse regenbui. Dit alles is woordenschat.
Ontwikkeling van de woordenschat 0 tot 24 maanden
Als de eerste verjaardag van je kindje in zicht is, begint het gebrabbel af en toe verstaanbaar te worden. Waar het brabbelen de eerste maanden vooral lijkt op gesprekken die je baby met zichzelf houdt, beginnen deze geluiden rond één jaar oud te lijken op de melodie van de taal in zijn omgeving. Brabbelen is het herhalen van dezelfde klanken, denk aan ba-ba-ba-ba of gûh-gûh-gûh-gûh. Langzaam zul je in deze geluiden, echte woordjes gaan herkennen.
Er breekt dan een leuke fases aan voor de ouders, rond de acht maanden zal jouw kindje wat woorden begrijpen en rond de één jaar leert een kindje woorden bij één concreet voorwerp of één gebeurtenis. Enkel de eigen oma wordt bijvoorbeeld als oma gekend. Rond de 18 maanden zul je merken dat een kind al heel wat woorden kent. Hoewel de uitspraak nog niet altijd klopt, weten ze wel al heel wat duidelijk te maken. Misschien niet direct aan buitenstaanders, maar de ouders weten al goed wat wordt bedoelt.
Bij sommige kinderen komt het praten vlot op gang, waar het bij anderen misschien wat langer duurt. Dit is niet erg, leren praten, is net als leren kruipen of leren lopen: het ene kind leert het wat sneller als het andere. Het gaat met vallen en opstaan. Tussen 1 jaar en 1 jaar en 9 maanden zal je kindje de eerste woordjes gaan gebruiken en deze vervolgens tot 50 woorden uitbreiden.
Korte zinnetjes van een paar woorden worden het beste begrepen door jonge kinderen. Als ouder kun je hierop inspelen door de woorden die je kind gebruikt, te herhalen in een korte zin en verder te praten in korte en eenvoudige zinnen. Zoals “Goedemorgen schat, ga je lekker eten?” “Zullen we samen spelen?” “Wil je een boekje lezen?” Ook liedjes en kinderversje kunnen helpen bij de ontwikkeling van de woordenschat. Vermijd te veel geluiden door elkaar, dit leidt alleen maar af. Probeer op het moment dat je interactie hebt met je kind de televisie of radio uit te zetten.
Ontwikkeling van de woordenschat 2 jaar oud
Vanaf 2 jaar oud leert je kind dat een woordvorm meestal niet aan één persoon, object of activiteit verbonden is maar aan een concept. Dit is een grote stap in de taalontwikkeling. Bij het vormen van deze concepten spelen ervaringen met de zintuigen een grote rol. Je kindje is tegen deze leeftijd in staat om zelf de omgeving te ontdekken en door te voelen, proeven, horen en bewegen leert het de verschillende kenmerken van objecten in de omgeving kennen. De woordenschat neemt hierdoor snel toe, soms wel met 10 woorden per week.
De één-woordzinnen veranderen naar twee-woordzinnen. Zinnen als “Mama kijk” of “Hond aaien” en “Spelen papa”, worden al duidelijker. Als ouders kun je hierop inspelen door de zinnen met een paar makkelijke woorden die jouw peuter al kent, net wat langer te maken.
Ontwikkeling van de woordenschat vanaf 3 jaar oud
Vanaf 3 á 4 jaar leert je kindje heel veel nieuwe woorden die niet altijd meer gebaseerd zijn op de eigen ervaringen, maar ook gebaseerd zijn op woorden die je kindje al kent. De woordenschatspurt begint als je kind 2,5 jaar is. Van 2,5 tot 4 jaar leert je kindje actief 10 woorden per week. In de kleuterklas zijn dit zelfs 20 woorden per week.
Zinnetjes bestaan uit drie tot vijf woorden en soms worden er al moeilijke woorden gebruikt. Het is niet erg als er nog wat fouten in zitten zoals “Wij loop naar oma” en Ik valde bijna”. Ook uitspraakfouten zijn nog steeds van de partij, vooral de ‘r’ klank kan nog lastig zijn. Het leuke is dat de taal wat spontaner wordt, er kan zomaar ineens een verhaaltje komen, bijvoorbeeld over wat ze bij oma allemaal hebben meegemaakt.
De passieve woordenschat, de woorden die je kindje kan begrijpen, is altijd veel groter dan de actieve woordenschat, de woorden die je kindje zelf gebruikt. Je kunt mij met een stel Duitse kennissen aan tafel zetten en ik kan het gesprek in het Duits heel aardig volgen, dit is passieve woordenschat. Het gaat mis op het moment dat er een vraag gesteld wordt, ik kom dan nauwelijks uit mijn woorden en lijk de taal helemaal niet te beheersen, dit is actieve woordenschat. Dit illustreert waarom de ontwikkeling van de woordenschat zo belangrijk is. Bij peuters zie je dit duidelijk terug, hoewel ze zelf nog niet zoveel praten, begrijpen ze al heel veel van wat je tegen ze zegt.
Je moet een woord immers eerst kennen en meermaals in verschillende zinnen horen voordat je het zelf correct gaat gebruiken. Nieuwe woorden die zijn gekoppeld aan bekende woorden worden sneller begrepen en onthouden. Het belangrijkste is om je kind vertrouwen mee te geven, lach je kind niet uit als het een foutje maak maar help door een zin in de goede vorm te herhalen. Om de ontwikkeling van de woordenschat te stimuleren kun je op deze leeftijd bijvoorbeeld samen educatieve spelletjes spelen.
Is je kindje eenmaal 4-jaar dan is hij een kleuter geworden. Ook andere kunnen dan zo’n driekwart van de tijd, je kind verstaan. Je kind is nu al ver gevorderd in de ontwikkeling van de woordenschat. Er komen al hele zinnen uit en de antwoorden op vragen worden steeds logischer. In de komende jaren is het zaak om steeds meer te leren praten als een volwassenen.
Vanaf 5 jaar oud
De ontwikkeling van de woordenschat is explosief gegroeid tot gemiddeld zo’n drieduizend woorden op 5-jarige leeftijd en op 6-jarige leeftijd zijn kinderen al in het bezit van zo’n 6.000-8.000 woorden. Bijna alle klanken uit eigen taal kunnen nu goed worden uitgesproken, alleen moeilijke klanken gaan nog niet bij alle kinderen perfect. Moeilijke klanken zijn bijvoorbeeld de /sch/, /sf/, /sk/, /r/. Het wisselen van de melktanden naar een volwassengebit heeft hier vaak een tijdelijk effect op.
De zinnen worden langer en complexer, verhalen krijgen meer detail en taal wordt niet meer alleen gebruikt om te praten maar ook om te lezen en te schrijven. Kinderen krijgen ook een dieper gaande taalkennis, sarcasme wordt herkent, woordgrapjes gemaakt en ze verbeteren soms al volwassenen. Dit zijn tekenen dat je kind een goede ontwikkeling van de woordenschat heeft doorgemaakt.
Waarom is de ontwikkeling van de woordenschat zo belangrijk?
Hoe beter de ontwikkeling van de woordenschat, hoe beter je kunt communiceren. Je kunt jezelf uitdrukken en anderen begrijpen. Het is heel frustrerend om niet genoeg woorden te kennen om jouw gevoel of kennis goed over te brengen op een ander. Een rijke woordenschat is een belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling van je kind, het geeft zelfvertrouwen en hij kan de instructies goed begrijpen. Vooral als hij eenmaal naar de basisschool gaat, wordt duidelijk dat de basis van school een goede woordenschat is.
School bestaat namelijk voor een groot gedeelte uit begrijpend lezen en algemeen taalbegrip. Als je een tekst niet goed begrijpt omdat je veel woorden niet kent, is het moeilijk om de vragen op een juiste manier te beantwoorden. Je ziet dit terug in vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en biologie, maar ook bij rekenen is het moeilijk als je verhaaltjessommen moet oplossen. Je komt het ook tegen in vakgebieden als spelling, een woord goed schrijven is een stuk gemakkelijker als je het woord kent en ditzelfde geldt voor een goede uitspraak. Woorden zijn de bouwstenen van een taal, het is daarom belangrijk voor je taalbegrip en schoolprestaties.
Wat als mijn kind achterloopt?
Zoals we al even vertelden gaat de ontwikkeling van ieder kind op zijn eigen tempo. Sommige kinderen zijn overal als de kippen bij, terwijl een ander pas zijn eerste stapjes zet als hij bijna 18 maanden is. Het is dus nergens voor nodig om je te snel zorgen te maken, leren praten gaat niet altijd even snel. Wanneer is hulp inschakelen een goed idee? Ik deel hier verschillende redenen om te besluiten actie te nemen:
- Ben je ongerust over de ontwikkeling van de woordenschat van jouw kind?
- Hoort jouw kind niet goed?
- Merk je dat de ontwikkeling van de woordenschat van je kind langzamer gaat dan bij zijn broertjes/zusjes of andere leeftijdsgenootjes?
- Kunnen vreemden je kind niet verstaan?
- Is het moeilijk voor jouw kind om contact te maken met anderen?
- Heb je het gevoel dat je kind niet begrijpt wat jij zegt?
- Merk je dat hij achterloopt ten opzichte van de ontwikkeling van de woordenschat zoals beschreven in dit artikel?
Deel je zorgen over de ontwikkeling van de woordenschat van jouw kindje met de begeleiders van het kinderdagverblijf of de juf en meester op school, deze kunnen je meer vertellen over hoe de ontwikkeling van jouw kind ervoor staat in vergelijking met leeftijdsgenoten. Je huisarts, het consultatiebureau of logopedisten kunnen een inschatting maken of jouw kind gewoon wat meer tijd nodig heeft, of dat er iets anders aan de hand is. Het is belangrijk om andere zaken, zoals autisme, gehoorproblemen of een verstandelijke beperking te onderzoeken aangezien dit redenen kunnen zijn voor de achterstand in taal en spraak.
Wil je meer lezen over de ontwikkeling van de woordenschat van je kind en leren hoe je kunt helpen?
Lees dan: Woordenschat van een kind vergroten