Waar stoornissen als autisme en ADHD inmiddels bij vrijwel iedereen bekend zijn, is TOS dat (nog) niet. Dat terwijl naar schatting 5 tot 7% van de kinderen van 5 jaar oud deze stoornis heeft. Het is een erfelijke neurobiologische ontwikkelingsstoornis waardoor deze kinderen, vaker jongens dan meisjes, moeite hebben met de taal. Vaak is zowel het begrijpen van taal als het zelf uiten van taal bemoeilijkt. Ook lezen en schrijven zijn voor deze kinderen extra moeilijk.
Verder is er met deze kinderen niks aan de hand: ze hebben geen lagere intelligentie, gehoorproblemen of achterlopende algemene ontwikkeling. Wanneer het vermoeden van een TOS bestaat is het belangrijk dat eventueel andere oorzaken worden uitgesloten. Een logopedist kan dan adviseren om een algemeen ontwikkelingsonderzoek te doen waarin ook IQ, gehoor, psychische problemen enz. worden onderzocht.
Gevolgen
Omdat TOS een onzichtbare handicap is, die soms pas laat wordt ontdekt, denken deze kinderen (en hun omgeving) vaak dat ze gewoon niet zo slim zijn. Kinderen met TOS hebben, mede hierdoor, een verhoogd risico op sociaal-emotionele en gedragsproblemen. Wanneer een kind de mondelinge en schriftelijke aanwijzingen in de klas niet goed begrijpt kan het lijken alsof een kind opstandig is. Wanneer een kind zichzelf niet goed kan uitdrukken kan het stil zijn en door de omgeving als verlegen worden bestempeld. Het tegenovergestelde kan ook gebeuren, kinderen voelen zich onbegrepen en gaan hierdoor agressief gedrag vertonen.
Hoe herken ik TOS?
Het is belangrijk de problemen zo vroeg mogelijk te ontdekken, omdat de taalgevoelige periode tot ongeveer 6 jaar dan zo goed mogelijk kan worden benut. Vaak worden ouders door een logopedist geïnformeerd over de manieren waarop zij de taalontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren. Veel praten tijdens allerlei dagelijkse situaties, extra aandacht voor voorlezen en zaken in de omgeving benoemen zijn voor ieder kind helpend, maar voor kinderen met TOS cruciaal.
Symptomen: een kind met TOS…?
- Heeft moeite om op de juiste woorden te komen.
- Kent weinig woorden.
- Heeft moeite om zichzelf goed verstaanbaar te maken.
- Heeft last van boosheid als hij/zij niet begrepen wordt, of als hij/zij anderen niet begrijpt.
- Maakt korte zinnen of veel fouten bij het vormen van zinnen.
- Heeft een opvallend traag verlopende taalontwikkeling.
- Heeft moeite met het begrijpen van taal.
- Lijkt niet te luisteren.
- Praat niet of weinig en communiceert voornamelijk non-verbaal: trekt je bijvoorbeeld aan je mouw om je aandacht te trekken.
Maak je je zorgen over je eigen kind? De SNEL-test kan snel uitwijzen of er reden is om een huisarts of logopedist te bezoeken. Kijk daarvoor op kindentaal.nl, een initiatief van de beroepsvereniging voor logopedie en foniatrie. Foniatrie is het onderzoek naar stemafwijkingen zoals heesheid of schorheid.
Toekomst
De meeste kinderen blijven levenslang gevolgen ondervinden van hun TOS. Door logopedie en veel stimulatie vanuit ouders en leerkrachten kan er wel verbetering optreden, maar vaak wordt er op een bepaald moment een plafond bereikt. Dit kan later in het leven problemen geven bij de studiekeuze en het vinden van een baan. Hun zwakke mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden en hieraan gerelateerde leerproblemen beperken hun kansen en zorgen ervoor dat ze vaak lager opgeleid zijn dan anderen met dezelfde intelligentie.
Extra begeleiding
Behandeling is voor ieder kind heel anders. Vaak is extra begeleiding op school noodzakelijk, zoals uitleg aan docenten, of hulp om hun klasgenoten te vertellen over hun TOS. Vragen kunnen twee keer worden gesteld en bij proefwerken is vaak extra tijd gewenst. Aanpassingen kunnen helpen om het zelfvertrouwen van een kind te vergroten. Een kind kan zo merken dat hij/zij niet dom is, en juist veel kan met de juiste aanpassingen.
Veel scholen werken met een interne begeleider. Dit is een vast aanspreekpunt waarmee extra geoefend kan worden. Deze begeleider kan ook helpen met het uitleggen van het probleem aan anderen en zorgen dat de juiste voorzieningen worden getroffen.
Als extra begeleiding op school niet voldoende is voor een kind om goed te functioneren dan kan er vanuit specialisten geadviseerd worden om naar het speciaal onderwijs te gaan. Er is daar extra begeleiding en een meer individuele aanpak.
De diagnose TOS kan ingrijpend zijn, omdat veel kinderen er levenslang last van blijven houden. Tegelijkertijd kan een diagnose ook als een opluchting voelen omdat er eindelijk een oorzaak wordt gevonden. Met de juiste begeleiding en veel liefde van de ouders, kan een kind zelfvertrouwen opbouwen en zijn talenten ontdekken.